ieder jaar als de bermen bloeden
pluk ik vol naïeve verbazing
lik vervolgens de zilt-zoete smaak
van mijn bevlekte vingers
ruik de verdroogde grassen
de rijpe zaden zijn mijn oogst
mijn levensoogst
ik weet, over enkele jaren
sluipen mijn lange vingers
door de vochtig-zachte bodem
luister dan zorgvuldig in de stilte
kun je me horen fluisteren
met aarde in mijn mond
mijn levensoogst mijn levenslot